Desen aan grifie diesen de Huijs vrouw van jaan vouts wonende in de lange linstraat tot Rotterdam met vrijnt die goot geleijdt door zee.
Sinte Staasius den 9 november 1780
Mijn seer geachte Huijs vrouw
Ick laat u weeten als dat ick godt looff en dank noch fris en gesont ben en alle bekinde van mij het weleke ick van u mijn leve vrouw oock wil verhoopen want soo het mit u anders was als wel dat soude mij groote smeert wesen en veel droofheijt veroorsaeken maar ick wil verhoopen dat het alles met u wel gaat en dat ick u weer met vruijden en plaasier weer magh antreffen in tijt hoop ick van een half jaar als godt belieff en ons een behoude reijs naar huijs laat doen.
Maar wij hebben den 12 octoober eenen swaaren storm gehaadt soo dat wij ons angkers hebben moeten kaapen en zijn soo in zee gedreven op godts genade acht dagen lang en zijn doen weer teruek gekomen om op onse reij te koomen maar de zee was noch te onstomet soo dat wij weer zijn te ruck gekeert en zijn naar maartenicke geselt en hebben daar gaan waater haalen soo dat wij drijweeken sijn uijt gebleven en dat sij op Staatius mijnden als dat ons schep vergaan was de wille in die tijt meer als 400 scheepe vergaan zijn maar wij zijn nu tegewordig op St Staatius in goeder gesontheijt en vooders en weet ick u niet meer te schrijven als hondert duijsentmal goedendag en gesontheijt naar ziel en ligham.
Heer meden sal ick mij noemen jaan voots u getrouwe Man tot in der doodt.
Het identificeren van de bemanning van de Mars was een uitdaging waarbij het maar in zo’n 100 gevallen tot een positieve identificering kwam. Aanvankelijk was de zoektocht naar de soldaat Jan Furtz, zoals hij in de betaalrol werd genoemd, doodgelopen vanwege het ontbreken van extra informatie.
Totdat we voornoemde brief tegenkwamen in de Prize Papers. Uit de inhoud bleek duidelijk dat de schrijver op de Mars had gezeten, maar zijn naam, Jan Voots, kwam niet direct overeen met iemand van de bemanning. Uiteindelijk met een beetje creativiteit kwamen we tot de conclusie dat Jan Furtz en Jan Voots dezelfde persoon was.
In de brief schrijft Jan zelf zijn achternaam ook twee keer verschillend: de adressering als Vouts en de ondertekening als Voots. Het kan een aanwijzing zijn dat de brief door iemand anders is geschreven. Dat was niet ongewoon, aangezien velen niet konden lezen en schrijven en een mede bemanningslid, al dan niet tegen betaling, de brief lieten schrijven.
De brief gaf ons in ieder geval de aanwijzing dat Jan gehuwd was en zijn vrouw in Rotterdam woonde. De zoektocht naar het huwelijk was ook niet gemakkelijk omdat ook op de trouwakte zijn naam weer in een andere variant stond vermeld, en zijn vrouw helemaal niet bij naam stond vermeld in de brief.
We hebben het huwelijk gevonden in Rotterdam op 27 januari 1778, twee maanden voordat Jan aanmonsterde op de Mars. Hij stond vermeld als Jan Foes, geboren in Xanten. Een Duits stadje niet ver van de Nederlandse grens.
Opmerkelijk is dat zijn echtgenote, Margaretha (Grietje) Dietz, geboren is in Hanau, ook Duitsland. Als beiden Duits zijn, waarom schreef Jan dan zijn brief in het Hollands? Was een van hen of wellicht beiden al heel lang in Holland? Of was het verplicht in het Hollands te schrijven vanaf een oorlogsschip zodat de inhoud gecontroleerd kon worden? Wellicht kon Grietje niet lezen en diende het voorgelezen te worden aan haar en kon dat alleen maar door Hollandse kennissen? Het blijven vragen waar we waarschijnlijk nooit antwoord op gaan krijgen.
Het identificeren van de bemanning van de Mars was een uitdaging waarbij het maar in zo’n 100 gevallen tot een positieve identificering kwam. Aanvankelijk was de zoektocht naar de soldaat Jan Furtz, zoals hij in de betaalrol werd genoemd, doodgelopen vanwege het ontbreken van extra informatie.
Totdat we voornoemde brief tegenkwamen in de Prize Papers. Uit de inhoud bleek duidelijk dat de schrijver op de Mars had gezeten, maar zijn naam, Jan Voots, kwam niet direct overeen met iemand van de bemanning. Uiteindelijk met een beetje creativiteit kwamen we tot de conclusie dat Jan Furtz en Jan Voots dezelfde persoon was.
In de brief schrijft Jan zelf zijn achternaam ook twee keer verschillend: de adressering als Vouts en de ondertekening als Voots. Het kan een aanwijzing zijn dat de brief door iemand anders is geschreven. Dat was niet ongewoon, aangezien velen niet konden lezen en schrijven en een mede bemanningslid, al dan niet tegen betaling, de brief lieten schrijven.
De brief gaf ons in ieder geval de aanwijzing dat Jan gehuwd was en zijn vrouw in Rotterdam woonde. De zoektocht naar het huwelijk was ook niet gemakkelijk omdat ook op de trouwakte zijn naam weer in een andere variant stond vermeld, en zijn vrouw helemaal niet bij naam stond vermeld in de brief.
We hebben het huwelijk gevonden in Rotterdam op 27 januari 1778, twee maanden voordat Jan aanmonsterde op de Mars. Hij stond vermeld als Jan Foes, geboren in Xanten. Een Duits stadje niet ver van de Nederlandse grens.
Opmerkelijk is dat zijn echtgenote, Margaretha (Grietje) Dietz, geboren is in Hanau, ook Duitsland. Als beiden Duits zijn, waarom schreef Jan dan zijn brief in het Hollands? Was een van hen of wellicht beiden al heel lang in Holland? Of was het verplicht in het Hollands te schrijven vanaf een oorlogsschip zodat de inhoud gecontroleerd kon worden? Wellicht kon Grietje niet lezen en diende het voorgelezen te worden aan haar en kon dat alleen maar door Hollandse kennissen? Het blijven vragen waar we waarschijnlijk nooit antwoord op gaan krijgen.
De naam van Jan komen we vaker tegen in stukken van de Mars. Hij getuigde in 1782 namelijk voor de admiraliteit over het overlijden van twee kameraden: Jacob Ebberling en Jan Hendrik Rahe. In de ene werd hij Jan Voes genoemd, in de ander Jan Voerts. Het geeft nog maar eens aan hoe lastig het onderzoek is met betrekking tot de namen van de bemanning en waarom wij ‘maar’ een kwart van de bemanning tot nu hebben kunnen identificeren.
De getuigenissen geven mij de indruk dat de bemanning met een Duitse achtergrond vermoedelijk groepjes vormden of wellicht elkaar al kenden voordat ze op de Mars terecht kwamen.
De huwelijksakte is ook het enige document dat wij verder van Jan en Grietje hebben gevonden. Er zijn geen doop-, overlijdens- of andere aktes door ons gevonden, waardoor wij geen idee hebben wat er van beiden geworden is en of ze in Rotterdam zijn gebleven. Jan kwam in ieder geval wel terug van zijn Mars avontuur, in tegenstelling tot veel van zijn (Duitse) kameraden.
Mocht u (meer) informatie hebben over deze persoon/personen, zijn wij natuurlijk heel nieuwsgierig!!