Anthony Willem Cassa komt op 25 maart 1780 als 17-jarige cadet aan boord van de Mars. Voordat hij een jaar later terugkeert naar Nederland aan boord van het cartelschip De Jonge David, is hij tijdens zijn eerste campagne al gepromoveerd tot luitenant.
Cassa blijft nog enige jaren op zee maar beëindigt vrij vlot daarna zijn varende carrière. Hij treedt in de voet sporen van zowel zijn vader (Johannes Samual Cassa) als grootvader (Frederik Adam Cassa), die beiden topambtenaar voor de republiek in Den Haag waren, en begint zijn ambtelijke carrière aan wal. Bij de Rotterdamse admiraliteit klimt hij op tot directielid en later tot chef de bureau bij het Ministerie van Marine en Koloniën.
Uit een brief van ziekentrooster Frederik Backerus die bevriend was geraakt met Cassa aan boord van de Mars, blijkt tevens dat J. van der Heim, secretaris van de admiraliteit op de Maze, een oom was van Cassa.
Van Cassa zelf is ook een brief uit het Prize Papers archief opgedoken, geschreven op de Mars. Hij schreef deze aan A.C. Bentinck op de Korte Vijverberg in Den Haag. Hoewel Bentinck een bekende naam was in Den Haag, vooral aan het hof van de Stadhouders, is het mij niet duidelijk geworden wie deze A.C. Bentinck exact was (wie het weet, mag het laten weten).
“Heer en Vriend,
Bevinde mij zedert mijne laaste aan Ued gesondene Missive nog in een volmaakte gesondheid, agte het bij deese gelegentheid van mijn pligt enige kennis te laten toekomen wegens het onweder, welke wij alhier gehad hebben, op Donderdag den 12 Oktober s’-middags moesten wij ons anker kappen, nadat al reeds veele barken en koopvaaders na zee waren gevlugt en ook enige kleine vaartuigen welke onder de wall lagen vergaan en ‘t onderste boven waren geslagen, maandag den 16 bedaarde ‘t weer enigzints, zette toen weeder ons cours na St. Eustatius, dog door contrarie wind tot den 21 alle vlijt gebruikt hebbend en kruisende voor de Rheede, weerd goedgevonden om naar ‘t Eiland Martinique te zeilen, s’middag den 26 op Martinique gekomen zijnde, hoorde dat daar veele schade aan scheepen en huisen waare geschiet, als meede in de omliggende Eijlanden zijn de voor de stad St. Pierre een getal van 154 huisen geheel geruinieert welke verwoesting ik aan de wall zijnde gesien heb. Den 4 november zijn wij weder voor St. Eustatius ten anker gekomen alwaar ook veel schade geschiet is, vanwaar ik Ued nog geen echt bescheid kan doen dog wat ons schip en Equipage betreft is alles nog in goede welstand.
Verzoeke zeer de groetenis aan Mijn Heer Ued Vader en aan alle de goede vrienden en hope Ued in Meij 1781, als het God blieft zelfs in visite te komen doen. Na mij in Ued vriendschap gerecommandeert te hebben, heb ik de Eer mij te noemen Ued ootmoedige dienaar & vriend, A.W. Cassa.
Aan boord op S’Lands schip van oorolog Mars, den 10 november 1780.”
Ook persoonlijk gaat het Anthony Willem aanvankelijk voorspoedig. Hij huwt met Maria Sophia van der Hoeven en samen krijgen ze vier kinderen. Echter twee kinderen worden slechts 16 en 19 jaar. Zoon Cornelis Anthonij blijft vrijgezel en alleen dochter Johanna Maria trouwt en krijgt kinderen. Dit huwelijk met Matthijs Gravelaar is echter geen gelukkige en loopt uit in scheiding van tafel en bed. Het huwelijk wordt nooit formeel ontbonden. De ‘schande’ van dit huwelijk blijft niet zonder gevolgen. Het grote kapitaal gaat na de dood van haar ouders naar haar kinderloze broer Cornelis Anthonij. Alleen haar kinderen krijgen een legaat, met uitzondering van dochter Jacoba Paulina, die naar verluidt een onecht kind van Johanna Maria zou zijn.
De naam Cassa is daarmee uit deze stamboom verdwenen. Via de kinderen van Johanna Maria lopen er echter nog steeds nazaten van Anthonij Willem rond, met namen als Graveling, Schepers, Ruiter, Paap, Poort, Stahl, Janssen, Sandker, Többen, Brands, Eilering, Schuur, Bredek, Mulder en anderen.
Opvallend zijn de relatief vele onderwijzers en auteurs in deze tak, waaronder bijvoorbeeld Herman Poort (1886-1933) en Willem (Anthonij) Paap. Paap was onder andere auteur van de sleutelroman Victor Haman (1889) en bevriend met Eduard Douwes Dekker (Multatulli).
